Sinds 1644 zingt in Zutphen de tijd. Elk kwartier klinkt er over de middeleeuwse binnenstad een wijsje van het carillon in de Wijnhuistoren. Het is de bedoeling dat op de wekelijkse markten op donderdag en zaterdag de stadsbeiaardier van 11.00 tot 12.00 uur de 48 klokken bespeelt en dat  het carillon de mooiste klanken over de stad uitstrooit.

Het carillon van de Wijnhuistoren is het muzikale sieraad van de binnenstad van Zutphen. Al eeuwen is het niet meer weg te denken bij vrolijke en droevige dagen. Altijd weer zijn er de klokken die ons verbinden met de stad.

De beiaardcultuur staat op de UNESCO-lijst van  immaterieel erfgoed.

 

ZUTPHENS CARILLON

Nooit zal Zutphen dit vergeten

Dat ze haar het Carillon

Met zijn mooie kostb’re klokken

Sloopen en ontnemen kon.

 

’t Carillon dat zooveel jaren

Zijn metalen trouwe stem

Over deze stad liet klinken,

Dan eens luchtig, dan met klem.

 

Luchtig als er zon en feest was,

Onheilspellend als d’orkaan

Om den Wijnhuistoren raasde

Alsof het ging om zijn bestaan.

 

’t Carillon gaf aan het leven

Van den Zutphenaar iets mee,

Dat hij elders moest ontberen,

Iets vertrouwds van d’eigen stee.

 

Toen de sloopers bezig waren

_d’ardbeid was voorwaar niet licht_

Lag bij hen, die daar passeerden

Diepe ernst op het gezicht.

 

Bij het sloopen van dit speelwerk

Voelde men pas goed den druk

Van den vijand. Mèt de klokken

Sloeg hij onze harten stuk.

 

(uit: Hoe Zutphen de nieuwe orde leerde kennen

Door John C.C. Dell)

 

 

 

 

 

 

 
 

 

In het oorlogsjaar 1941 schreef ook Ida Gerhardt over het carillon . Twee coupletten zijn afgebeeld op deze plaquette, die hangt in de hal van de Wijnhuistoren.