Sinds 2017 is de informatieruimte annex museum: “Het Clockhuys” ingericht op de eerste verdieping van de toren en de bovenste van het restaurant.
Daar wordt de geschiedenis van de toren en van het carillon gepresenteerd. Ook is er een speciaal gemaakte film te zien waarin stadsbeiaardier Frans Haagen uitleg geeft over de werkingen het carillon.
Speciale aandacht is er voor de gebroeders Hemony. Als oorlogsvluchtelingen kwamen zij uit Lotharingen en goten in 1644 het Wijnhuiscarillon. Vanwege de klankzuiverheid het toen beste carillon.
In de film van klokkengieter Eijsbouts is te zien zien hoe het gieten van een klok in zijn werk gaat. Ook op de informatiepanelen wordt dat duidelijk uitgelegd
Ook staat er een oefenklavier. Om te kunnen oefenen heeft een beiaardier zo’n klavier thuis staan. Zonder ruzie met de buren te krijgen kan hij nieuwe muziekstukken instuderen. Wij kregen dit van het speel- en luistermuseum in Bennekom maar oorspronkelijk is dit het speelklavier van de Wijnhuiscarillon.
Hier is ook het verschil te zien tussen een luidklok en een carillonklok. De luidklok op het luik wordt in een schommelbeweging gebracht waardoor de klepel uiteindelijk tegen de klokwand slaat. Deze klok kregen we van de Nederlandse klokkenspel vereniging. Het was een wisseltrofee, maar bleek uiteindelijk te groot. De winnaar was er niet blij mee
De beiaardier moet precies het moment van aanslag kunnen bepalen om een melodie te kunnen spelen. Vandaar dat bij een carillon de klok stil hangt en de klepel via stangen e/of draden tegen de klokwand wordt geslagen. Dat is duidleijk te demonstreren op model met twee klokken. Deze hebben we van de firma Eijsbouts gekregen
In 1902 maakte G.J. Mast dit houten model van de Wijnhuistoren. Het stond toen in de winkel van Herre Revelman, Groenmarkt 29. In 1946 werd het aan de gemeente Zutphen aangeboden en heeft daarna in het Stedelijk museum gestaan. Eind 2016 werd het in langdurige bruikleen gegeven aan het Clockhuys.
Jacob van Eyck had een fabelachtig gehoor. Hij hielp de gebroeders Hemony met het testen van de klokken. Afbeelding uit W.J. Hofdijks “Lauwerbladen uit Neerlands Gloriekrans (c.a. 1880).
Gebroeders Hemony
Twee immigranten zijn verantwoordelijk voor iets wat we tegenwoordig als typisch Nederlands zien: de beiaard. François (ca. 1609-1667) en Pieter (1619-1680) Hemony werden geboren in Levécourt, een dorp in Lotharingen (nu Frankrijk). Veel families uit deze streek werkten als klokkengieters die tussen Pasen en Allerheiligen (1 november) rondtrokken door Midden- en West-Europa om klokken te gieten. Onder hen waren ook de Hemony’s.
In Zutphen maakten François en Pieter Hemony van het carillon echter pas een echt muziekinstrument. Zij beheersten als eersten de kunst van het zuiver stemmen van klokken.
Tot die tijd was het probleem met klokken, dat de grond- en boventonen onderling vals klonken. Om dit op te lossen, zochten de Hemony’s ondersteuning van beiaardier Jacob van Eyck. Een blindgeboren jonker uit Heusden met een absoluut gehoor en veel verstand van muziek. Jacob was vanaf 1625 beiaardier in Utrecht. Samen met de gebroeders Hemony ontwikkelden hij een methode die het mogelijk maakte om de inwendige stemming van een klok op orde te brengen.
Tijdens onderzoek ontdekte zij dat de grondtoon, priem, kleine terts, kwint en octaaf, bij elkaar moesten passen om een welluidende klok te krijgen. Waarschijnlijk hadden zij ook al ervaren op welke plaats in haar profiel de klok die toon maakte. De Hemony’s goten daarom de wand van de klok iets dikker dan nodig, om daarna de klok op verschillende hoogten uit te draaien tot ze een goede interne samenklank kreeg.
In de loop van hun leven hebben François en Pieter 51 beiaarden gegoten.
In de huidige beiaarden zijn vele klokken onderling bijzonder goed afgestemd. Ook zijn hele mooie combinaties mogelijk van de beiaard met klassieke instrumenten.
In ons museum het Clockhuys in de Wijnhuistoren laten gepassioneerde rondleiders u het ontstaan van het carillon zien.